De psalmen berijmd
van de eerste berijmde psalm in druk (1533) tot het complete psalter (1562)
- chronologie van de edities.
- Omdat er veel slordig geciteerd wordt, hier een chronologie van de
opeenvolgende (en diverse) edities van psalmberijmingen in het Frans.
NOOT: Het Hugenotenpsalter is niet hetzelfde als het
Geneefse
Psalter, of het Psalter van Calvijn: Dat is er maar één van de velen. In
Poitiers, Parijs, Lyon, Straatsburg & Lausanne verschenen psalters,
die een eigen
redactionele koers hebben gevaren,
zowel in 'berijmingen' (andere dichters) als in 'melodieën'. Ook bleven er
edities verschijnen met berijmde psalmen zonder melodieën. Vanaf 1543
vormen wel bijna altijd de 49 psalmen van Marot de basis, meestal 50 genoemd
vanwege de inclusie van de lofzang van Simeon.
noot bij
de NOOT: het terrein is zeer
verwarrend, omdat een piraatdruk links of rechts in de 16de eeuw heel
gebruikelijk was. Er waren wel drukprivileges en auteurs hadden wel bepaalde
rechten, maar het geheel werd heel soepel toegepast, ook door de auteurs zelf.
In de beginfase waren de psalmen waarschijnlijk eerder als ‘fliegende Blätter’
in omloop (overgeschreven en dan r/v gedrukt). Officiële publicaties hebben dus
vaak een latere datum dan de beschikbaarheid.
CHRONOLOGIE
Voilà: dit gezegd zijnde kan de ‘geboorte van het Geneefse psalter’
beschreven worden.
[Bron voor de tekstedities:
édition critique van G. Defaux, eerst in het
verzameld werk van Marot (deel 1 1990, deel 2 1993), dan in 1995 nog eens apart
voor de psalmen, in de prestigieuze reeks van Honoré Champion; Textes de la
renaissance... overigens een tamelijk slordige editie, zeker in de varianten] 
1. Marguérite de Navarre, Le
Miroir de tres chrestienne Princesse Marguerite de la France, Royne de
Navarre, Duchesse d'Alençon, avec le VIe pseaulme de David,
translaté en francoys selon l’hebrieu par Clement Marot,
Antoine Augereau, Parijs, najaar 1533.
In deze druk van dit boetegebed van Marguerite van Navarra (zuster
van de koning), verschijnt aan het eind een berijming van psalm 6, één
van de zeven boetepsalmen, van de hand van Clément Marot (hofdichter van
Marguertie). Waarschijnlijk het werk van de uitgever, maar even
waarschijnlijk niet zonder medeweten van de hoofdschrijfster:
Marguerite. Deze psalm is ook bekend van een afzonderlijke druk, wrsch.
enkele jaren eerder. In de volgende jaren moet Marot er meer hebben
berijmd. (omdat het zo’n succes was aan het hof en ieder er eentje wilde
hebben?). Vraag: wilde hij eerst de zeven boetepsalmen doen ? Die waren
het populairst. Of koos hij per gelegenheid een passende psalm?
Opvallend is in elk geval dat Psalm 6 (traditioneel een boetepsalm) in
het voorafgaande ‘argument’ (korte samenvatting van de inhoud) niet als
een boetepsalm wordt geïntroduceerd, maar in de mond wordt gelegd van
iemand die ernstig ziek is en dan plots geneest, wat toch een andere
belevingsveld is:
L'Affligé de longue Maladie (quant à la lettre) prie ardemment icy pour sa
santé, ayant Horreur de la Mort, et desirant (ains que mourir) glorifier
encore le nom de Dieu. Puis tout à coup s’esjouit de sa guarison recouverte
et de la honte de ses ennemis.
Als Marot sterft zijn er 49 berijmd en dan blijkt dat 1-15 te zijn + 34
andere naar
keuze (de selectie bevat 6 van de 7 boetepsalmen).
Een hoveling (schrijvend onder de schuilnaam Villémadon) blikt in een
pseudo-brief aan Catharina de Medici terug op die tijd en meldt - 20 jaar na
dato, d.w.z. rond 1560 - dat de koning, de hovelingen en courtisanes ze
zongen op de melodie van allerlei populaires liederen begeleid met
luiten, fluiten, harpen, spinetten en violen. Of deze man geloofwaardig is, valt
ernstig te betwijfelen: De (propaganda-)oorlog tussen Hugenoten
en rooms-katholieken woedde volop. Zie hierover een artikel dat ik ooit
pleegde (officiële versie:
Did Clément Marot really offer...; internet versie:
https://dick.wursten.be/scholar/villemadon.htm)
2. Aulcuns pseaulmes et cantiques mys en chant,
Straatsburg, 1539
19 psalmberijmingen, waaronder 13 (1, 2, 3, 15, 19, 32 , 51, 103, 114,115, 130, 137, 143.) van de hand van
Clement Marot. De overige zijn anoniem op twee na: Ps. 25 en 46 zijn van Calvijn
- bewijs: hij vertelt in een brief dat hij die heeft gemaakt als 'tyrocinia',
eerste oefeningen. De overige zijn daarmee niet automatisch ook van Calvijn,
zoals men vaak zonder bewijs poneert. Verschil in stijl en beheersing doen juist
anders vermoeden. Ps 25, 46 laten zien dat Calvijn geen handige dichter is). Deze
verschijnen in druk met deels Duitse gezangmelodieën (ontleend aan het Lutherse
gezangboek van Straatsburg: Teutsch Kirchenampt), deels nieuwe melodieën.
Hieronder de titelpagina en Psalm 1. U herkent ook de oervorm van de
melodie...


3. Psalmes de David, Translatez de plusieurs
autheurs, & principallement de Cle.Marot, veu, recongneu et corrigé par les
theologiens, nommeement par M.F.Pierre Alexandre, concionateur ordinaire de la
Royne de Hongrie. Antwerpen, Antoine Des Gois, 1541.
In deze bundel zijn 45 psalmberijmingen opgenomen: 30 van Marot (waaronder de
13 die reeds in 1539 verschenen). Opvallend. Tot die 30 horen nu de nrs. 1-15.
Allen zonder melodienotatie, maar wel af en toe een zangaanwijzing dat het
gezongen kan worden op een bekende melodie (Bij Marots psalmen overigens maar 1
x: ps 10: sus, Dont vient cela). Reeds lang is aangetoond dat Pierre
Alexandre geen noemenswaardige correcties heeft aangebracht (tégen de veel
nageprate these van O. Douen), maar enkel zijn ‘nihil obstat’ heeft verleend. De
verschillen met latere edities wijzen er daarentegen op dat het oudere
versies van de psalmen zijn. Door middel van een vergelijking met allerlei
handschriften (m.n. ms. 2337 uit de BNF) heeft dr. S.J. Lenselink in 1966
overtuigend aangetoond dat Marot na z'n eersteling (ps. 6) constant is
bezig geweest met z’n psalmberijmingen: bijschaven, verbeteren, en toevoegen. In
een tweede editie (anoniem, AN41bis) zijn aan deze psalmberijmingen enkele sterk
protestants gekleurde teksten toegevoegd, waarvan één uitdrukkelijk op naam van
Marot wordt gesteld, maar dat dan weer ten onrechte: 'sermon tresutilitaire du bon pasteur'.
4. Trente Pseaulmes de David, mis en francoys
par Clement Marot, valet de chambre du Roy. avec privilege.
Paris, Estienne Roffet, 1541/1542
Een prachtig privilege (gedateerd op 30 november 1541… )
Après avoir veu la certification de trois docteurs en la faculté de
théologie, qui ont veu et visité la translation de trente Pseaulmes faicte et
composée par Clement Marot, et attestent n’avoir riens trouvé contraire à la
foy, aux sainctes escriptures, ne ordonnances de l’eglise, il est permis.
Een briljante opdracht aan François I. (ook aanwezing in AN41bis).
Volgens de reeds eerder genoemde (pseudo-)brief van Villemadon zou de koning
deze psalmen als geschenk aan zijn aartsvijand keizer Karel V cadeau gedaan toen
die in januari 1540 op weg van Madrid naar de Nederlanden (om een
belasting-oproer in Gent de kop in te drukken) via Parijs passeerde en daarna
meteen een 'hit' werden aan het hof bij zowel hofdames als componisten. Vreemd
overigens dat dan de eerste druk pas einde 1541 verschijnt... of zou ook dit een
legende zijn..
Sommige auteurs kunnen de verleiding niet weerstaan om te suggereren dat de 30
psalmen van Marot in de Antwerpse druk van 1541 zijn terecht gekomen via het
afschrift dat Karel V bij zich had toen hij in de Nederlanden arriveerde. (bijv.
Hasper trekt deze conclusie: Beginsel, I, 495). Het feit dat het ‘nihil
obstat’ is verleend Pierre Alexandre, hofprediker van Maria van Hongarije (= zus
van Karel V, schoonzuster van Francois I, op dat moment regentes van de
Nederlanden) moet dan deze hypothese versterken. Een hypothese wordt echter
nooit een feit door op allerlei omstandigheden te wijzen.
Vanaf deze editie is het succes niet meer te stuiten. Overal verschijnen
nu bundels met de psalmberijmingen van Marot (aangevuld met andermans werk).
Vanwege het succes in calvinistische hoek (en vanwege de genoemde toevoegingen)
stuitte het koninklijk gepriviligeerde psalmboek meer en meer op verzet vanuit
roomskatholieke hoek (m.n. de universiteit van de Sorbonne (zeer ijverige
ketterbestrijders) die het werk veroordeelde. In Toulouse stonden de psalmen van
Marot als sinds 1540 op de lijst van verboden boeken: de index). NB: uitgave
zonder muziek...
Hieronder een afbeelding van een herdruk uit 1542 (begin van de
brief aan de koning)
5. La manyere de faire prieres aux eglises francoyses.
tant devant la prédication comme apres, ensemble pseaulmes & canticques francoys
qu’on chante aus dictes eglises &cetera, Straatsburg, 1542
Onderwijl was de psalmenbundel van de hervormden gegroeid door de
incorporatie van alle beschikbare berijmingen van Marot, volgens de Antwerpse
editie (Des Gois). In deze Straatsburgse editie zijn de 30 psalmberijmingen van
Cl. Marot alle opgenomen, samen met ander liturgische materiaal. Als plaats van
druk wordt Rome genoemd en als opdrachtgever de paus himself. Dit is
echter provocerende joligheid van de drukker, haast ds. Pierre Brully zich uit
te leggen. In werkelijkheid werd dit reformatorische ‘kerkboek’ in Straatsburg
gedrukt. Het staat daarom bekend als de Pseudoromana, of het
pseudo-roomse psalter. In tegenstelling tot de Genève-edities blijven enkele van
de niet-Marot psalmen (die van Calvijn zelf dus) in Straatsburg langer in
gebruik. Logisch: want dáár waren ze onder Calvijn al liturgisch ingevoerd èn
ingeburgerd. Naast de 30 psalmen van Marot vinden we hier dus nog de 6 die
meestal aan Calvijn worden toegeschreven: 25, 36, 46, 91 en 138) plus 3
niet-Calvijn, niet-Marot psalmen uit de Antwerpse editie (43, 120, 142). Veel
van de nieuwe psalmen worden afgedrukt zònder melodie ! Als er al een
nieuwe melodie is, dan is ze niet geneefs, maar opnieuw een contrefact van een
reeds bekend gezang uit de Duitse Straatsburgse traditie.
5. La forme des prieres et chantz ecclesiastiques
avec la manière d'adminstrer las Sacremens, et consacrer le Mariage, selon la
coustume de l'Eglise Ancienne, Genève 1542
De 36 psalmen (30 Marot en 6 Calvijn) zijn tekstueel zo goed als identiek aan
de psalmen uit de Straatsburgse editie (z.b. La manyere…) maar met
aanpassing, vervanging en aanvulling van melodieën. De ontlening aan het Duitse
Psalter wordt met deze uitgave dus secundair ten opzichte van nieuw
melodie-goed. Van de Melodia Germanica zal enkel psalm 36 het uiteindelijk
halen. Guillaume Franc (cantor en directeur van de muziekschool van Genève) moet
degene zijn die de melodieën zal hebben geredigeerd en de nieuwe gemaakt.
NB ! De niet-Calvijn en niet-Marot psalmen uit Straatsburg staan nìet in deze
editie. !
Verder: lofzang van Simeon en dekaloog volgens de
versie van 1539
toegevoegd is het gebed des Heren (Marot).
vervangen: Credo (nu de tekst van Marot)
hieronder de titelpagina en Psalm 1 uit deze editie. De melodie is
aangepast.


6a. Trente Pseaulmes.. plus Vingt Pseaulmes
nouvellement envoyées au Roy (Roffet 1543)
6b. Cinquante Pseaumes en francois par Clem. Marot. Item une Epitre par luy
nagueres enuoyée aux dames de France [..] 1543. (zonder plaats van uitgave
of drukker, wrsch. Jean Gérard, Genève)
In 6a zijn de reeds bekende 30 Psalmen ongewijzigd herdrukt, in 6b zijn ze
soms ingrijpend herzien (subtitelpagina: revuez et corrigez par l’ Autheur
ceste présente année…). Aan deze 30 zijn er nu 20 toegevoegd, y
compris le Cantique de Siméon (= 19 psalmen en 1 lofzang). Zo wordt
de 50 volgemaakt.
NB: in dat jaar verbleef Marot effectief in Geneve en werkte doelbewust aan de
berijming van het psalter, daarin volmondig en ook daadwerkelijk gesteund door
Calvijn, die voor een extra financiële ondersteuning voor Marot is gaan pleiten
bij de stadsraad.
Naast de reeds bekende opdracht aan François I is in 6b ook een
Epistre aux dames de France opgenomen ("Quand viendra le siecle doré / Qu’on
verra Dieu seul adoré…")
In het laatste gedeelte komen in 6a en 6b voor een berijming van het Credo,
gebed des Heren en
La salutation Angélique (d.w.z. het Ave Maria - deel. I), alsmede een
bedezang voor voor en na het eten.
In 6b is ook nog de dekaloog opgenomen.
NB: beide edities zijn tekstedities, dwz: zònder muzieknoten
!
Op de partituurpagina een zetting van het
protestantse Ave Maria van Jean Cauléry.
Aan deze uitgave is een geneefse druk voorafgegaan in 1543. Dit kan worden
afgeleid uit de datering van het voorwoord van Jean Calvin dat later keer
op keer wordt herdrukt: 10 juni 1543 èn dat niet voor deze particuliere uitgave
van Clement Marots gedichten is geschreven, maar voor een kerkelijk uitgave van
zijn berijmde psalmen èn uit een besluit van de Gemeenteraad van Genève,
waarin een editie van de psalmen wordt gehekeld omdat het Ave Maria erin
voorkwam. Calvijn zag daar blijkbaar geen probleem in, het stadsbestuur wel.
Citaat (Pidoux, II, 20):
Psalmes de David, lesqueulx sont imprimé (sic !) avecque la game et
les prieres de l’Eglises, mes pour ce qu’il fayct mention en icyeulx de
la salutation angelique, resoluz que icelle soyt ostée, et la rest est
trouvé bon, et que il ne soyt fayct faulte de cella oster
Verschillende edities verschijnen in Parijs, Lyon, Straatsburg en Genève in
de jaren die volgen op de dood van Clément Marot (1544).
Vanuit Marots perspectief geldt van danaf: The rest is history, want
hij overlijdt op 12 september 1544 in Turijn, echter niet in armoe en
vergetelheid (zoals romantische geschiedschrijving altijd wil), maar als gevierd
dichter op de weg terug naar het hof, gezien het feit dat hij in de Dom van
Turijn (toen in Franse handen) werd begraven en op de muur bij de zuidelijke
ingang een inscriptie kreeg (een grafschrift van zijn vriend Lyon Jamet). Zie
hierover een artikel dat ik pleegde na een bezoek aan Turijn in 2009:
https://dick.wursten.be/scholar/turintomb.htm
Dit zijn de 50 Psalmberijmingen van Marot:
Pss. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 18, 19, 22, 23, 24, 25,
32, 33, 36, 37, 38, 43, 45, 46, 50, 51, 72, 79, 86, 91, 101, 103, 104, 107, 110,
113, 114, 115, 118, 128, 130, 137, 138, 143, lofzang van Simeon.
7. Pseaumes de David traduictz en rithme francoise par
Clement Marot, Avec plusieurs autres compositions, mises de nouveau en chant,
non jamais encore imprimees, Lyon, 1548.
This edition, printed by the Beringen Brothers in Lyon, is the oldest
witness with regard to the melodies of the Psalms added in 1543. They are
very similar to the melodies used in 1547 by Louis (or Loys) Bourgeois for
his book with
polyphonic settings of the same Psalms. This musical publication was
also published by the Beringen Brothers.
7a. A reprint of the above, but with addition of La
Salutation angelique (Marot's version of the Ave Maria, reduced to the
biblical 'angelic greeting') and two prandial prayers - one before and one
after diner, appeared in 1549 with the same publishers.
below: Psalm 1 in the 1548 hymnbook edition (Lyon)

8. Pseaulmes
octantetrois de David, mis en rime francoise. A savoir, quaranteneuf par
Clement Marot, avec le Cantique de Simeon & les dix Commandements. Et
trentequatre par Théodore de Besze, de Vezelay en Bourgongne, Genève, 1551
De redactie van de reeds bestaande melodieën (verbetering van fouten,
terugbrengen van het aantal notenwaarden tot enkele correcties (?) van
melodieën) is van de hand van Loys Bourgeois (of Bourgeoys), cantor
(muziekleraar en kerkelijk zangmeester) te Genève. Alle nieuwe melodieën zijn
eveneens van zijn hand. Hij is cantor in Genève sinds 1545. In
Lyon had hij ook al een eerste polyfone editie gepubliceerd. De uitgave bevat een zeer
instructieve ‘Avertissement’ waarin Bourgeois zeer precies verantwoording aflegt
van zijn werkwijze. Welke melodieën hij gewijzigd heeft alsmede een verklaring
voor het gebruik van de vertrouwde kerktonen (waarom sommige melodieën klinken
'zoals vroeger'). De volledige tekst van Bourgeois kunt u
hier lezen.
Dit zijn de eerste 34 van Beza:
16, 17, 20, 21, 26-31, 34, 35, 39-42, 44, 47, 73, 90, 119-127, 129, 131-134
Opmerking: [Enerzijds vult hij gaten op: 1-47, 118-134 zijn compleet;
anderzijds kiest hij losse psalmen, waarbij hij ps. 119 niet uit de weg is
gegaan. Tegenover de 22 Hebreeuwse octonaires (8 bijbelverzen per Hebreeuwse
letter) stelt hij 4 franse coupletten per letter: sum total 88
coupletten.
8b Octantetrois Pseaumes.... Genève, 1554 (=GE51), met aan het eind
Six pseaumes nouvellement traduits (enkel tekst):
Pss. 52, 57
Pss. 63, 64, 65, 111 (met melodieaanduiding: "sur le chant de...", resp.
7, 5, 72, 24)
9. Octanteneuf Pseaulmes mis en rithme francoise &c..
Genève, 1556
Er volgen nog een reeks herdrukken. de titel luidt dan vaak 'Les Pseaumes
de David....' (tot in 1561). Dan wordt duidelijk dat de volledige editie er
aan gaat komen (het colloquium van Poissy wordt door Beza gebruikt om in
Frankrijk drukprivileges te bekomen), zodat...
Hieronder een editie uit 1561 (links ziet u het laatste stuk van het
inleidende gedicht van Théodore de Bèze):
10. Les Pseaumes mis en rime francoise par Clement
Marot & Theodore de Besze, Geneve, 1562
Het complete Geneefse psalter (150 psalmen + Lofzang van Simeon en de 10
geboden). 49 van Marot plus 101 van De Bèze. De melodieën zijn van
Franc en Bourgeois en een zekere ‘Maistre Pierre’ (volgens P. Pidoux: Pierre
Davantès, volgens anderen Pierre Dagues) die nieuwe melodieën heeft gemaakt bij
de laatste reeks van Beza. In totaal 125 melodieën voor 150 psalmen. Omdat
Genève inmiddels ook headquarters is van de reformatie drukt deze editie de
andere hugenotenpsalters al spoedig van de markt. Gelijktijdige drukken
verschijnen in Lyon (avec privilege A Lyon par Antonie Vincent) en Parijs
(Par Adrian le Roy & Robert Ballard Imprimeurs du roy pour Anthoine Vincent,
Avec privilege dur Roy). In 1564 ook ééntje in Antwerpen: de l
‘imprimerie de Christofle Plantin.
Een artikel (in het Frans) van J.-D. Candaux over de
wijze waarop deze publicatie (joint venture van meer dan 20 drukkers) tot
stand kwam kunt u als PDF
hier
lezen.
Voorbeelden van andere hugenotenpsalters - eclipsed by Geneva (zie
opstel: vergeten psalters):
10b. Psautier de Paris, 1551
Les cent cinquante Psalme du prophete royal David traduictz en rithme
Francoyse par Clement Marot & autres Autheurs
naast Marot : Giles Daurigny (dictes le Pamphile)
10c. Psautier de Lyon, 1558
Les cent cinquante pseaumes dur royal prophete David. Mis en rithme
Francoyse par Cl. Marot, & plusieurs autres ons Autheurs ; avec le Latin
de chacun Pseaume en marge, A Lyon, par Jacques Croset
Lyon heeft deze editie in 1562 vervangen door de Geneefse. Antoine
Vincent was per slot van rekening drukker te Lyon.
10d. Psautier de Lausanne, 1565
Les Pseaumes de David, Mis en rime francoise par Clement Marot, &
Theodore de Beze, Avec le chant de l’Eglise de Lausane, par Jean Rivery
pour Antoine Vincent
(150 melodieën voor 150 psalmen ! - werk van Guillaume Franc).
Hieronder gewoon een mooie editie van Abel Rivéry uit 1576 - met op het
schutblad een handige kalender met de grote markten (foires). NB: let vooral op
de Sinksenfoor ... in Antwerpen ! Het exemplaar bevindt zich in de
Univ. Bibliotheek van Leiden (bibliothèque wallonne).

REVISIES
Conrart-La Bastide. / door Valentin Conrart 1677-1679
- Le Livre des Psaumes en vers françois. Par Cl. Marot et Th. de Beze.
Retouchez par feu Monsieur Conrart, Conseiller Secretaire du Roy . . .
Première partie, 1677.
- Les Psaumes en vers françois, retouchezsur l'ancienne version. Par feu
M. V.Conrart, Conseiller . . . &c. , 1679
Bénédict Pictet ( Zwitser, editie 1694)
Charles Dombre (voor Louange & Prière, 1938)
Roger Chapal (voor Nos coeurs te chantent 1979
en Le Psautier francais, 1995)
Marc-Francois Gonin : Les Pseaumes de David
(1998)
|