|
|
Ds. Willem Adeodatus van Griethuysen (1848-1913)
de oude dominee Van Griethuysen temidden van zijn zonen [met dank aan dhr. Dirk Lammers, student aan de Fac. Protestantse Godgeleerdheid te Brussel, die dit materiaal verzamelde voor zijn scriptie in 2005] De Zendingskerk te Antwerpen maakt ten tijde van de ambtsperiode van ds. Van Griethuysen een belangrijke ontwikkeling door. Dat mag blijken uit de keuze van de kerkenraadsnotulen. Voorts moet onderlijnd worden dat opnieuw de dood rondwaart in het leven van de predikant. Tot twee maal toe slaat hij z’n slag en scheurt familie- en gezinsbanden onverbiddelijk af, net als in Goes en Alkmaar. Op 29 september 1906 overlijdt Van Griethuysens dochter Anna Theodora op 24-jarige leeftijd; op 31 mei 1910 een van zijn zonen, Theodorus Johannes, eveneens 24 jaar oud. In de vergaderstukken vinden we er overigens niets over terug. Ds. Van Griethuysen blijft tot zijn dood in 1913 verbonden aan de Protestantse Kerk aan de Bexstraat te Antwerpen. Als consulent van de gemeente treden na het overlijden van ds. Van Griethuysen achtereenvolgens op: van 1913 tot de datum van zijn vertrek naar Nederland in 1914 ds. Van der Brugghen en van 1914 tot 1917 ds. Jan H.G. Stap (1883 – 1927), beiden predikant van de Brusselse gemeente. Pas in de herfst van 1917 beschikt de gemeente Antwerpen weer over een eigen herder en leraar: ds. Johannes C. B. Eijkman, geboren te Koudekerke en laatst dienende de Zendingskerk te Oostende (van 1914-1917). . Enkele momenten uit de vergaderstukken: 11 februari 1900[1] 29 maart 1900 november 1901 23 februari 1902 24 februari 1902 Evangelisatie
Onder verantwoordelijkheid van ds. Van Griethuysen werkt een vijftal mannen: Jean-Baptiste Aloy (01.11.1894 – 27.11.1905), Hendrik Smit jr. (01.10.1901 – 10.11.1903) Th. A. Mooij (1904 – 1908) Keppel Hesselink (1908 – 17.11.1912) en W.F. Henning[10] (1906 – 16.09.1917) ; van hun werkzaamheden wordt regelmatig verslag gedaan in de kerkenraadsnotulen. Bovendien zijn zij evenals de predikanten verplicht tot een periodieke, nauwgezette rapportage aan het Comiteit.[11] In hun rapportages doen de colporteurs verslag van hun activiteiten en persoonlijke ervaringen. Dit alles aangevuld met statistieken van het aantal door hun belegde bijeenkomsten, aantallen hoorders, verkochte bijbels, traktaten en andere christelijke lectuur. Veelal correspondeerde ds. Van Griethuysen met de BCZK in het Frans, een enkele keer treffen we een verslaglegging van zijn werkzaamheden aan in het Nederlands. Om de lezer een indruk te geven van de wijze waarop de predikant alsmede de colporteurs hun rapportages verzorgden, voeg ik ter illustratie aan deze biografische schets een tweetal verslagen toe: het eerste betreft een rapport van ds. Van Griethuysen;[12] het tweede is van de hand van dhr. Smit jr over de maand november 1901.[13] Het evangelisatiewerk concentreert zich in hoofdzaak op de locaties Hoboken en Berchem, met wisselend succes overigens. De wekelijkse bijbellezingen op zondagmiddag 5 uur worden beurtelings gehouden te Hoboken en Berchem. Er komen protestanten en rooms-katholieken. Veel tegenwerking wordt ondervonden, zowel van de kant van de pastoors als van parochianen. In een werkrapport van Smit jr, d.d. september 1902 lezen we ‘Dan eens heten wij gevaarlijke ketters, dan weer joden’ En enkele maanden eerder, in mei verzuchtte hij reeds: ‘Rome werkt ook. Elk die onze evangelisatie bezoekt kan op de spot der trouwe leden van Rome’s kerk rekenen.’ Toch zijn er positieve ontwikkelingen te noemen: in Hemeksem en omgeving wordt geregeld gecolporteerd – en met succes. Smit schrijft in zijn werkverslag over november 1902: ‘In Hemeksem komen steeds meer vrienden en ontaardt het kolporteren in huisbezoek.’ Verder vernemen we dat Th.A. Mooij met ingang van september 1904 als hulppredikant wordt aangesteld onder de leiding van ds. Van Griethuysen. Omdat tevens bepaald wordt dat Hoboken rechtstreeks onder toezicht van het Comité van beheer wordt geplaatst, is de kerkenraad van elke verantwoording van het werk daar ontheven. Een passage uit de kerkenraadsnotulen van 9 november 1904: ‘Door deze benoeming is de Kerkeraad van de lasten enz. van Hoboken ontlast en heeft niets meer met Hoboken te maken. De toestand daar is wel zeer aanmoedigend, er zij ongeveer 25 personen – volwassene – tegenwoordig geweest bij het openen van eene nieuwe zaal. De Zondagschool telt een 50-tal kinderen en is klimmend. De kerk heeft met Hoboken afgedaan, moge de Heer verder zijn Zegen op dat werk laten rusten.’ Tezelfdertijd tracht ds. Van Griethuysen ook in Antwerpen-Zuid evangelisatiewerk op te starten. Het mag gezegend worden. De kerkenraad constateert in oktober 1906 dat de werkzaamheden aldaar door colporteur-bijbellezer Henning, eerder officier van het Leger des Heils, vruchten afwerpt: ‘…. het gehoor wordt groter en ook is er vooruitgang in de collecte.’[14] Henning krijgt na vertrek van colporteur Hesselink (Hoboken) op 17 september 1912 van de synodale raad in afwachting van een nadere beslissing de opdracht zorg te dragen voor de voortgang van de werkzaamheden in Hoboken en Berchem. Vanaf 1 maart 1913 bemant Henning de post te Hoboken en is Berchem vacant. 9 februari 1913 21 november 1913
In verband met dit overlijden is er op zondag 23 november 1913 een bijzondere kerkdienst, waarin voorganger Ds. Guillaume Anne Van Der Brugghen[17] (1848-1928) predikant van de gemeente in Brussel. Namens de kerkenraad spreekt ouderling M. Blaaubeen een woord tot de familie van de predikant en de gemeente.[18] 24 november 1913[19]: Het lichaam van ds. Van Griethuysen wordt op deze maandag in Wageningen (NL) ter aarde besteld. [1] A. de Raaf, Bewaar het pand. Een eeuw Protestantse Kerk aan de Bexstraat te Antwerpen, drukkerij DTC & Printing CV, Aarschot, oktober 1993, p. 65. [2] Guillaume Anne van der Brugghen (geb. 3 februari 1848 te Ubbergen; overl. 19 november 1928 te Utrecht) is op 17 augustus 1887 getrouwd met Joanna Cornelia Diderica (1863-1933) van Griethuysen; zij is de jongste zus van Willem Adeodatus. Dit maakt dat ds. Van der Brugghen en Willem Adeodatus zwagers zijn. Ten tijde van zijn consulentschap diende ds. Van der Brugghen de Belgische Zendingskerk te Brussel. [3] BWS190905.3 [4] D.i. een gemeente in wording, aldus A. de Raaf, Bewaar het pand, p. 22. [5] A. de Raaf, a.w., 45. [6] Gehouden op 21 oktober 1901. [7] Over het algemeen bestaat een kerkenraad uit ouderlingen, diakenen en de predikant. Dat is, schrijft De Raaf (49) bij de BCZK anders geregeld. Het overeenkomstig de bepalingen van het algemeen Reglement van de kerkeraad op 18 no-vember 1901 vastgestelde Reglement der Belgische Christelijke Zendingskerk van Antwerpen artikel 13 luidt: ‘De leden der kerk vertrouwen de leiding van het werk toe aan de predikant en de ouderlingen, die te samen de kerkeraad uitmaken (…).’ Diakenen hebben blijkbaar geen zitting in het bestuur van de kerk. [8] In citaten wordt de door de auteur gebezigde spelling gehandhaafd: ‘kolporteurs’ in plaats van ‘colporteurs’. [9] A. de Raaf, a.w., p. 116. [10] Dhr. Henning werd in 1906 door de synodale raad aangesteld als colporteur-bijbellezer en evangelist te Berchem. Hoewel hij geen predikant was, dient hij – schrijft De Raaf – zeker in de rij van voorganger genoemd te worden. Vooral tijdens de vacaturetijd die na het overlijden van ds. Van Griethuysen ruim drie jaar omvatte, heeft hij veel arbeid verricht in de gemeente. Kerkenraadsvergadering op zaterdag 15 september 1917: ‘Besproken wordt alsdan de regeling van de op 16 september te houden afscheidsdienst van den Heer Henning, terwijl Ds. Anet hulde brengt aan de werkzaamheid gedurende ruim drie jaar door den Heer Henning aan den dag gelegd, en zijn leedwezen over diens heengaan uitspreekt.’ [11] I.e. Société évangélique belge ou Église chrétienne missionaire belge (Belgisch Evangelisch Genootschap of Belgische Christelijke Zendingskerk). [12] BWS190905.1. [13] BWS190905.2. [14] Notulen kerkenraad 26 oktober 1906 [15] MAIL130905 – ‘Volgens de overlijdensakte is Willem Adeodatus van Griethuysen inderdaad op 20 november 1913 overleden’, aldus dhr. M. De Bock (Marc.DeBock@stad.Antwerpen.be), afdelingschef district Berchem, Grotesteenweg 150, B-2600 Antwerpen-Berchem. Een afschrift van de overlijdensakte kan worden toegestuurd na storting of overschrij-ving van 6,50 euro op het bankrekeningnummer 091-0168944-96. Omwille van een beperkt budget heb ik besloten hier-van voorlopig af te zien. [16] Bron volgens De Raaf, Gereformeerde Kerkbode voor België, 10e jaargang nr. 251, 30 november 1913. [17] Zwager van ds. Van Griethuysen. [18] A. de Raaf, bewaar het pand, p. 65-66. [19] idem, p. 66.
|
|
![]() ![]() ![]() |