100 jaar Lambarene

   
   

Home
Up
100 jaar Lambarene
Orgelconcert 1904
leve de Mythe
Meer dan geloof...
God en onze zintuigen
Daar zit muziek in
Harmonia Mundi
St. Caecilia
De kracht van een lied

Albert Schweitzer Memorial

100 jaar Lambarene, teksten bij het herdenkingsconcert in de kerk van de Lange Winkelstraat (13 12 2013)
 

 

1913 gingen Albert Schweitzer en Helene Bresslau (met 2000 Goldmark op zak) naar Afrika, Lambarene in Gabon, toen de noordelijke provincie van Frans Congo. 70 kisten medizinischen Gepäcks waren vooruitgestuurd, ingezameld en bekostigd door Schweitzer en zijn vriendenkring. Het kippenhok van de missiepost was zijn eerste consultatieruimte. Het was de enige dokterspost in 1000 m2. Hier formuleerde hij zijn ethiek van de Eerbied voor het Leven.

"Nach einigen Monaten hatte das Spital täglich etwa vierzig Kranke zu beherbergen... Aber schon im nächsten Jahr, nach Kriegsausbruch 1914, verboten französische Kolonialbehörden dem deutschen Arzt, weiter zu praktizieren. Interniert und 1917 nach Europa transportiert, wo beide im Lager (interneringskamp) Krankheit und Hunger erlitten. Sechs Jahre blieb Albert Schweitzer nach Kriegsende in Europa, ehe er 1924 wieder nach Lambarene zurückzog. Er gab in dieser Zeit Konzerte und hielt Vorträge in mehreren europäischen Ländern, um die drückenden Schulden abzutragen, die er sich während des Krieges für die Weiterführung seines Hospitals aufgeladen hatte."

Hij gebruikte de opbrengst van zijn boeken en vooral zijn concertreizen (zijn faam als Bachspecialist). Muziek was zijn leven, het zat hem in de genen. Zonder muziek kon hij niet leven (zie onder over Bach als ‘filosoof’). Beroemd is in het hospitaal zijn tropenbestendige piano met voetpedaal.  Het geplande orgelconcert kon niet doorgaan. Vandaar nu het concert met negentiende eeuwse Duitse kamermuziek. (cultuur waarin Albert en Helene – zijn vrouw – opgroeiden en leefden (inademden)

 

HOE / Waarom / KWAM HIJ in LAMBARENE TERECHT ?

 

De schrijnende tegenstelling tussen zijn eigen gelukkige leven en het leed dat zoveel mensen (en andere levende wezens) moesten dragen, ervoer hij van jongs af al als principieel onacceptabel. Toen hij op een stralende morgen in de pinkstervakantie 1896 wakker werd, overviel hem de gedachte dat hij het hem geschonken geluk niet als een vanzelfsprekend bezit voor zich zelf mocht houden maar dat hij verplicht was er iets van aan anderen te schenken, overeenkomstig de prediking van Jezus, zoals deze o.a. doorklinkt in de gelijkenissen van de barmhartige Samaritaan en van de rijke man en de arme Lazarus. Dus meende hij slechts tot zijn 30ste jaar te mogen leven voor wetenschap en kunst en nam hij het besluit zich vervolgens geheel te wijden aan humanitaire hulpverlening. Aanvankelijk wist hij niet welk soort werk hij zou kiezen. Een artikel in het blad van het Parijse zendingsgenootschap over de noden van de zending in de Noordelijke Congo (maakte aan deze onzekerheid een einde. Hij besloot zich te bekwamen tot zendingsarts in Afrika. Daartoe studeerde hij 1905-'12 medicijnen. Ook in deze faculteit verwierf hij de doctorsgraad en wel op een studie over de medisch-psychiatrische beoordeling van Jezus. In 1912 trouwde hij met Helene Breslau. Na enige moeite kreeg hij van het Parijse zendingsgenootschap gedaan, dat hij op eigen kosten op de grond van het genootschap in Gabon een medische hulppost mocht inrichten in de buurt van Lambarene aan de rivier de Ogowe. Zijn eerste verblijf in de Kongo duurde van 1913 tot 1917. In deze jaren werd de basis gelegd voor de nederzetting waar de lijders aan allerlei tropische kwalen in de loop der jaren verpleging en genezing hebben gevonden. Tijdens zijn eerste verblijf in Europa schreef Schweitzer enkele nieuwe boeken, o.a. van cultuurfilosofisthe aard en verzamelde hij geld voor zijn medische werk in Lambarene met orgelconcerten in verschillende landen. Van 1924-1927 was hij voor de tweede keer werkzaam in Afrika. Daarna heeft hij zijn medische arbeid met onuitputtelijke energie voortgezet gedurende langere of kortere perioden, die afgewisseld werden met een verblijf in Europa voor ontspanning, het schrijven van nieuwe boeken en het afhandelen van de zakelijke, technische en financiële problemen die aan zijn onderneming verbonden waren. Het langste verblijf in Lambarene was tijdens de tweede wereldoorlog.

 

Uit de brieven: Helene Bresslau. (grote geheime, want niet sociaal toen niet opportune liefde. Jarenlang in het geheim ‘verbonden’).

 

Eerst denkt Albert (in samenspraak met Helene) dat de persoonlijk opvang en begeleiding van kansarme jongeren misschien zijn manier kan zijn om vanaf z’n 30ste (1905) zijn leven te geven voor anderen. Eind oktober 1904 is hij in Antwerpen, o.a. voor een orgelconcert in de Christuskirche (Bexstraat 9). Hij schrijft een brief aan Helene, want zijn plannen op dat punt zijn gefnuikt.

 

paar brieffragmenten

 

Helene Bresslau, 1879 – 1957

Filantrope en medische pionier. Samen met haar echtgenoot, Albert Schweitzer, stichtte zij het missiehospitaal in Lambarene.

Helene was dochter van een Joodse professor aan de Universiteit van Straatsburg, die zijn kinderen christelijke liet dopen. Ze was sportief en zeer intelligent. Ze had kunstgeschiedenis, filosofie en theologie gestudeerd. Zij ontmoette Albert Schweitzer via gezamenlijke vrienden in 1898. Albert deed de inzegening van het huwelijk van haar vriendin.... Ze werden vrienden. Albert deelde met haar zijn engagement en in volkomen vrijheid engageerde zij zich ook. In een lang uitgesponnen briefwisseling (vanaf 1902) correspondeerden, comminuceerden zij en groeiden naar elkaar toe. Ze werkte als gouvernante in Engeland (1902-1903) en als vertaalster (Russisc). Zij studeerde verpleegkunde en werd anesthesist. (met het oog op…)  Van 1905 tot 1909 was Helene inspectrice van de Straatsburgse weeshuizen en stichtte in 1908 het eerste (?) Europese opvanghuis voor ongehuwde moeders.

Op 18 juni 1912 trouwde we met Albert Schweitzer en vertrok samen met hem in 1913 naar Lambarene. Tijdens de barre omstandigheden in het interneringskamp (De Schweitzers waren Duitsers in een Franse kolonie) ontwikkelde Helene tuberculose> Ze genas maar was fysiek voorgoed verzwakt. De geboorte van een dochter (Rhena) in 1919 verzwakte haar nog meer en leidde ertoe dat ze in Europa moest gaan wonen (Konigsfeld). Toen de nazi’s aan de macht kwamen verhuisden ze naar Lausanne (Helena was Joodse nietwaar). In 1937 verhuisde ze naar New York , vanwaaruit ze de fondswerving in de USA op poten zette. In 1940 keerde ze terug naar Lambarene, waar ze samen met haar man tot 1946 werkte aan en in het hospitaal, dat imiddels was uitgegroeid tot een volledig dorp. Ze bezocht Lambarene het laatste in 1956. (bron: Bob Hufford)

 

 

 

FRAGMENTEN uit het boek (engelse editie, sorry), uitgegeven door dochter Rhena.

 

 

March 15, 1904

 

Atheism - could it not be a religion, too? The most beautiful and the most difficult, the religion that will follow the religion of Christ. Did He not say when He faced death, "My God, my God, why have you forsaken me?" So He died as an atheist? Who has the courage to pursue this thought?

 

 March 15, 1904. Meditation

on the train,

in the darkness of night.

 

 

Atheisme – zou dat ook niet een religie kunnen zijn ? Dan zou het meteen de mooiste en moeilijkste zijn, de religie die Christus van nabij navolgt. Zei hij niet toen hij de dood in het gezicht keer: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?’ Stierf hij dus niet als een atheist? Wie heeft de moed om deze gedachte eens ten einde te denken ?

 

..  meditatie

op de trein

in het donker van de nacht

 

 

25 maart 1904

 

The completion of the Bach takes every second, and I collapse from fatigue.

The Bach will be a good book. There is, however, only one third of my soul in it. This philosophizing about art never satisfied me. I will be glad when my strength and my thoughts will not be absorbed anymore by a project that is only "interesting," but not my life.

 

 

 

1 mei 1904

Because I am somewhat rested, my head is filled with philosophical thoughts. lt is painful. Basically I am a philosopher-but I let myself be caught by Him, the greatest, the most divine of all philosophers in whom

the most sublime thought leads back to the most simple. Because of this obedience He will forgive my heresies: I am like one of those Satraps who were sent to the border of the empire and enjoyed certain freedoms because they defended and protected the country.

 

 

 

oct-nov 1904

 

If you could know how despondent (vertwijfeld) I am at times. Waiting and waiting in order to realize my plans! The boy I hoped to take in, one of my candidates for confirmation, was adopted by his aunt - an upright woman. – I wait. In Antwerp, they promised to notify me if they find somebody.- But I am proud of my tenacity: the greater the difficulties, the stronger

my determination . I see clearly that this is my road.

 

 

21 december 1904

 

I smile when I see that people imagine that I have only one great wish: to become a "full professor"! Oh how happy I could be if I were that modest. If I could be happy in a modest way, if I did not demand so much of life, and if I did not feel so rich that I

could give away a whole life! For the time being, I educate ministers and

look for boys, but where will that lead?

I hardly dare to read the journals of the French Missionary Society, Sister Helene, noble soul! Because every time I open one of them, I read, "We need people! Are there none?" And then I tell myself that it is easy to substitute the head of a seminary, an assistant professor, also the vicar and the organist for the concerts at Wilhelm's Kirche-but there I will be needed-. Let us wait: how this spirit of life, this mysterious Being that we call God will lead and guide me, the heretic priest.- ! am so content again. I feel as if a new leaf of my life has opened

 

 

 

26 febr 1905

 

Will I have the energy to write the third part of my book on the Last Supper? I will write it without enthusiasm!

But I will write it because the book will have its value. I already have everything in my head. I will need one year or, at most, a year and a half. I will force myself to write it. You will be satisfied with me.

But my heart is not in it, as it was in my sketch The Life of Jesus. I expect something different, something that concerns my own life! I have given up the ambition to become a great scholar, I want to be more –s imply a human. That will become the theme of your book, Wir Epigonen. We are not true humans, but beings who live by a civilization inherited from the past that keeps us hostage, that confines us. No freedom of movement, nothing. Our humanness, indeed everything in us, is killed by our calculations for our future, by our social position and rank. You see, I am not happy-yet I am happy. I suffer,

but that is part of life. I live

 

 

My faithful comrade,

[Strasbourg]

Sunday, July 9, 1905

Midnight

 

My hand shakes a little: I just put the letter in the mailbox in which I tell the director of the Paris mission that I am ready and willing to leave in spring 1907.1 This is a peculiar day. I participated in an organ concert, and while I played, I asked myself: "Will you ever be able to give this up?" It seemed to me as if I had never before played as well-and yet I could give it up at any time.

 

[ondertussen is het Bach boek klaar – onderhandelingen met Breitkopf over een Duitse editie. Werkt aan de publicatie van Leben Jesu… en van zijn proefschrift over  avondmaal]

 

 

Thursday Morning

October 12, 1905

 

The time has arrived.

The sun was shining just as on August 13th. Yesterday it was Wednesday. I spoke with the director of the missions in the Gare Montsouris, and after five minutes we were friends!

On Sunday, we will continue our discussion. It was touching. I explained to him how I arrived at the idea. He was moved by the simplicity and the logic of my thought. He himself is quite liberal, but there are people on the committee who are afraid of an assistant professor from Strasbourg; but he is sure that I can win them over through the simplicity of my words.

I will, however, see to it that the question of dogma will not come up.

 

 

 

EERBIED VOOR HET LEVEN

Voor de meesten van ons is Bach een musicus, Goethe een dichter etc. artiesten, geen filosofen. Schweitzer zag dat helemaal anders. Hij ziet geen hokjes, hij ziet alleen maar mensen, die bezig zijn met het leven en daar iets mee doen. En terwijl ze leven, maken ze een statement over het leven, door de wat ze doen, wie ze zijn. (My life is my Argument, zo formuleerde Schweitzer het zelf eens, toen hij zijn ethiek moest verdedigen). Mensen zijn mensen en door de expressies van hun leven, hun kunst, hun denken, hun handelen, dragen zij dragen ideeën over. Evenzeer als Jezus en Paulus, als Socrates en Kant, zijn in het aanvoelen van Schweitzer ook Bach en Goethe bezig geweest met ‘ideas regarding the spiritual aspect of human existence’

Drie criteria voor een goede filosofie volgens J.W. von Goethe

1.      Benadert het de natuur zonder voor-opgezette ideeën?

2.      Sluit het een diepgaand ethisch handelen in ?

3.      Heeft het de moed om – wanneer onderzoek en denken er niet uitkomen, toe te geven dat er mysteries zijn die niet gepeild kunnen worden ? [Indien niet – presenteren zij een systeem dat alles verklaren wil – dan is dat dus slechte filosofie].

 

Voor Schweitzer leidde de erkenning van de beperkingen van het rationale denken tot een hernieuwde aandacht voor ethiek, dat wil zeggen: hoe staan wij in het leven als dat leven zelf een mysterie is en blijft.

 

De term: Eerbied voor het leven, Ehr-furcht vor dem Leben  :  = vreze, ontzag voor een kracht die je niet bevat, maar die jou omvat: leven

 

"Wahre Philosophie muß von der unmittelbarsten und umfassendsten Tatsache des Bewußtseins ausgehen. Diese lautet: Ich bin Leben, das leben will, inmitten von Leben, das leben will."

 

Der Wille: geen ‘ik wil dat’, daar heb je niets te willen in die zin. Typisch Duits woord. Drive, urge, oerkracht (vgl. de manier waarop Schopenhauer, Nietzsche, Adler ook spreken van Wille zur Leben, Wille zur Macht). Schweitzer kritiseert de abstract manier waarop veel filosofie te werk gaat, bijv door Descartes’ “cogito” argument op de korrel te nemen.

Schweitzer: Als je dan toch op zoek gaat naar het primaire concept, hoe kom je er dan bij om het denken centraal te stellen (‘Cogito’, ik denk). En dat in een zin waarin je de dragende grond daarvan wel noemt (‘Sum’: Ik ben). Veel beter corresponderend met de werkelijkheid is het om die zin om te draaien: ‘Sum, ergo cogito’. Het denken exploreert het nog niet gekende zijn. Meer hoeft het niet te doen.  Maar wat ben ik dan (het in het Latijn afwezige subject: ik). Dit subject verreist een predikaat. Niet het denken (Descartes), maar het leven, het zijnm zelf. Dat waar ik me het allereerst van bewust ben, is dat ik er ben en dat ik leef, dat ik ‘een leven ben dat leven wil’ Maar dat is niet alles: Het is evenzeer duidelijk dat ik niet alleen ben in mijn bestaan. Ik ben geen geïsoleerd leven. Dat bestaat niet. Daarom dat  ik die zin moet uitbreiden: Ik ben leven, dat leven wil temidden van leven dat leven wil. It is equally clear that I do not exist in isolation. The corollary is, therefore, that I am life that wills to live surrounded by other lives that will to live.

Dus niet: 1. doden, kwetsen, forceren; 2. verachten, ongevoelig zijn, onverschillig; 3 niet het leven benaderen als heerser, dwinger, uitbater (niets heer=slaaf); 4 gedachteloosheid, zelfzucht, verdinglichung;

Constante ‘bedachtsamkeit’ , thoughtfulness, mindfulness. Hij zocht een formule waarop hij dit ethisch aanvoelen zou kunnen brengen... Die werd hem 'gegeven'. 

Op de Ogowe op weg naar een zieke missiezuster, tussen zandbanken varend op een overvolle boot, als enige blanke temidden van zwarten, peinzend, zoekend. De zon gaat bijna onder en in het laatste licht van de dag bevinden ze zich plotseling met hun bootje temidden van een hele kudde nijlpaarden. Dan schiet hem de Maxime te binnen voor zijn ethiek: "Ehrfurcht vor dem Leben."

Goed is:     Leben erhalten, Leben fördern, entwickelbares Leben auf seinen höchsten Wert bringen.

Slecht is:     Leben vernichten, Leben schädigen, entwickelbares Leben niederhalten.

En dat geldt dan voor het leven van Mensen, dieren und planten.

Unter Beachtung dieser Voraussetzung aber kann - nach Schweitzer - das menschliche Gewissen frei entscheiden, wann es Leben nehmen soll. Denn daß auf dieser Welt ständig Leben von Leben lebt, ständig Leben vernichtet werden muß, um anderes Leben zu erhalten, ist auch für Schweitzer evident. Es soll nur nicht nutz- oder gedankenlos vernichtet werden. Schweitzer gibt zu, daß die Welt "das grausigste Schauspiel der Selbstentzweiung des Willens zum Leben" ist, weil "ein Dasein ... sich auf Kosten des anderen durchsetzt". Aber: "Als Wirken wähle ich, die Selbstentzweiung des Lebens aufzuheben, soweit der Einfluß meines Daseins reicht."

 

 

   
  Duitse protestanten Vlaamsche kerk Albert Schweitzer