O Hoogte en diepte, looft nu God
[Gezang 461] - vertaling Willem Barnard
Als gezang 177 stond dit lied al in de Hervormde Bundel 1938 -vertaald door J.J. Thomson. Barnard borduurt dankbaar voort op deze voorzet, versoepelt de tekst terwijl hij ze dichterbij het - onvolprezen (dixit W.B.) - origineel probeert te brengen. Geslaagd vind ik. Mooie melodie ook. De dichter, J.H. Newman behoeft geen introductie. Just google his name.... Een lied van een man van deze statuur: Hoe komt iemand erbij om dat uit het kerkelijk liedboek te schrappen? Provincialisme?
1 O hoogt' en diepte, looft nu God
aanbidt zijn
heiligheid!
Zijn woord werd nimmer nog gepeild,
zijn weg is majesteit.
2 O wondre liefd', o wijsheid Gods,
toen zond' ons 't
licht benam,
hebt Gij 't verlossend pad gebaand:
een tweede Adam kwam.
3 De liefde is zo wijs en goed:
wat eens in Adam
viel,
ons menselijke vlees en bloed,
wordt leven weer en ziel.
4 Ja, meer dan ziel en leven zijn
gegund aan bloed en
vlees:
God-zelf zal in ons wezen zijn,
zijn ademende Geest!
5 Hij die voor ons gestreden heeft
alleen, man tegen man,
als God en mens geleden heeft
wat niemand lijden kan,
6
in het verborg'ne van de hof,
aan 't kruis in stervensnood,
heeft Hij
aan ons de weg geleerd
door lijden en door dood.
7
O hoogt' en diepte, looft nu God,
aanbidt zijn heiligheid!
Zijn woord
werd nimmer nog gepeild,
zijn weg is veiligheid.
Liedboek voor de Kerken 1973