Op mijn Lutherwebsite een aparte pagina gewijd aan dit lied. Daar dus de nodige achtergrondinformatie. Dit lied is Luthers tweede 1524. Het eerste was zijn marterlarenlied voor Antwerpen/Brussel 1523. De melodie wordt in het liedboek ook gebruikt voor gezang 169 Zingt nu de Heer, stemt allen in (wel opgenomen in het Liedboek 2013 -zonder meervouds-t als lied nr. 654).
Gezang 402
1 Verheugt u, christenen, tesaam!
Laat ons van vreugde springen
en zegenen Gods grote naam;
laat ons de
Heer bezingen,
die ons zo machtig heeft bevrijd,
die voor der mensen
zaligheid
de hoogste prijs betaalde.
2 De duivel
had mij in zijn macht,
de dood stond mij voor ogen;
de schulden hebben
dag en nacht
zwaar op mijn ziel gewogen.
Steeds dieper zonk ik in 't
moeras,
omdat ik niets dan zonde was,
in ijdelheid geboren.
3 Mijn werken brachten mij geen baat,
hun grond was boos
begeren;
mijn vrije wil was niets dan haat
tegen de wil des Heren.
Zo raakte ik in angst en nood,
in wanhoop erger dan de dood,
ter helle
moest ik varen.
4 Toen zag God in de eeuwigheid
mijn mateloze ellende
en haastte zich, te rechter tijd
mij, arme, hulp
te zenden.
Mijn Vader, want Hij wendde mij
zijn hart vol liefde toe,
ja Hij
liet het zich 't liefste kosten.
5 Hij
sprak tot zijn geliefde Zoon:
Ik kan 't niet langer lijden;
nu is het
tijd, verlaat mijn troon
en stel U aan zijn zijde;
sta voor hem in als
bondgenoot,
verdelg de zonde en de dood
en laat hem met U leven'.
6 De Zoon deed naar zijn Vaders wens;
en uit een
aardse moeder
geboren, zoals ieder mens,
werd Hij mij tot een broeder.
Zo nam Hij mijn gedaante aan
om satans eigenwaan te slaan,
hem in de
val te lokken.
7 Hij sprak tot mij: Zie, het is nu
de kentering der tijden.
Ik heb mijn leven veil voor u,
Ik zelf zal
voor u strijden.
Want Ik ben de uwe, gij zijt mijn,
en waar Ik ben,
daar zult gij zijn,
geen vijand zal ons scheiden.
8
De vijand zal Mij 't hartebloed,
het leven zelfs ontroven,
't is u ten
goede, en daar moet
gij rotsvast in geloven.
Mijn leven overwint de
dood,
mijn onschuld delgt uw schulden groot,
en zo zijt gij behouden.
9 En keer Ik tot mijn Vader weer
en laat u in dit
leven,
Ik ben uw God, Ik ben uw Heer,
Ik zal mijn Geest u geven,
de
Geest die u zal troosten en
u openbaren wie Ik ben,
u in de waarheid
leiden.
10 Wat Ik gedaan heb en geleerd,
zult gij
ook doen en leren,
opdat mijn Vader wordt geëerd,
zijn rijk zal
triomferen;
en loop niet 's werelds wijsheid na,
dat niet uw schat
verloren ga,
laat u door Mij gezeggen.