 
melodie: Herzliebster Jesu was hast du verbrochen
(Johann Crüger)
Liedboek 
voor de kerken 1973: Gezang 177 [deest in Liedboek 2013]
Eigenlijk een voortgezette meditatie op het thema: waarom moest Christus zo lijden en wat heeft dat met mij te maken - wat doet dat ook met mijn leven, thema dat een eeuw eerder geëpxloreerd was door Johann Heermann: Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen, waarvan het de melodie dan ook gebruikt. Chr. F. Gellert (18de eeuw) was een orthodoxe theoloog, eerder rationalist dan piëtist. Voorloper zelfs van de Aufklärung. Toch merk je dat niet in dit lied. Hier is de klassieke zonde-verzoening-kruis trits volop aanwezig. Wie echter het hele lied leest en niet enkel de latere (vrome) selectie die in Duitsland en Nederland gezongen wordt (werd?), dan zou opvallen dat er ook heel rake morele 'levenslessen' uit Jezus' lijden worden getrokken. Navolging bijv. zijn geweldloosheid t.o.v. zijn beulen etc. Jammer genoeg heeft Jan Wit die voor het liedboek 1973 niet vertaald. P.L. van den Kasteele had nochtans voor de Evangelische gezangen van 1806 wel alle 22 verzen vertaald (zie op kerkliedwiki). Dus zitten we zonder... Als je dit weet, dan valt trouwens ook in de ons welbekende coupletten dat ethos op. Hier een handvol van die 'andere coupletten' in het Duits als voorbeeld van wat ik bedoel.
Laß deinen Geist mich stets, mein Heiland, lehren,
Dein göttlich 
	Kreuz im Glauben zu verehren;
Daß ich, getreu in dem Beruf der Liebe,
	Mich christlich übe.
    dagelijkse oefening in het 
	'beroep der liefde'
Das Gute thun, das Böse fliehn und meiden,
	Herr, diese Pflicht lehrt mich dein heilig Leiden.
Kann ich zugleich das 
	Böse mir erlauben,
Und an dich glauben?
    Ik kan 
	geen kwaad doen, en tegelijk aan Christus geloven
Ich will nicht Hass mit gleichem Hass vergelten,
	wenn man mich schilt, nicht rächend wiederschelten,
	du Heiliger, du Herr und Haupt der Glieder,
	schaltst auch nicht wieder.
    Ik 
	scheld niet terug als men mij beledigt
Ein reines Herz, gleich deinem edlen Herzen,
Dieß ist der Dank für 
	deines Kreuzes Schmerzen.
Und Gott giebt uns die Kraft in deinem Namen,
	Dich nachzuahmen. 
    Een zuiver hart in de 
	navolging bewaren
Gott, eile nicht, sie rächend zu zerschmettern;
Erbarme dich, wenn 
	einer von den Spöttern
Sich spät bekehrt, und dich, den er geschmähet,
	Um Gnade flehet
    God ontferm u over die met u 
	spotten... wellicht..

1   Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,
in 
		deze zee verzinken mijn gedachten:
o liefde die, om zondaars te 
		bevrijden,
zo zwaar moest lijden.
2   'k Zie U, 
		God zelf, in eeuwigheid geprezen,
tot in de dood als mens gehoorzaam 
		wezen,
in onze plaats gemarteld en geslagen,
de zonde dragen.
		
3   O allerheiligst, onuitspreeklijk wonder:
de 
		Rechter zelf gaat aan het recht ten onder.
O wreed geding; wie kan 
		geheel doorgronden
de vloek der zonden.
4   God 
		is rechtvaardig, ja, een God der wrake;
en Hij is liefde, Hij wil 
		zalig maken.
zie hier de schalen die ten volle wegen
en vloek en 
		zegen.
5   Dit breekt mijn trots. Waar zou ik nog 
		op bogen?
Ik lig in 't stof, maar God komt mij verhogen,
nu ik van 
		vijand Gods en tegenstander
in vriend verander.
6   
		Daar Ge U voor mij hebt in de dood gegeven,
hoe zou ik naar mijn 
		eigen wil nog leven?
Zou ik aan U voor zulk een bitter lijden
mijn 
		hart niet wijden?
7   Laat mij, o Heer, uw wond're 
		wijsheid prijzen,
dwaasheid en ergernis voor wereldwijzen,
laat 
		mij uw kruis dat sterken zwakheid noemen
als sterkte roemen.
		
Liedboek voor de Kerken 1973